Als jong ondernemer heb ik ooit het idee van een ‘taartendag’ geopperd in mijn bedrijf. Het idee was simpel. De medewerkers zouden taart of gebak meebrengen, liefst zelf gemaakt, en we zouden dat van elkaars baksels proeven, en wat bijpraten. Ik wou dat doen in de keuken van ons kantoor, waar we ook een ‘Family & friends-wall’ hadden. Met foto’s en grappige knipsels. Los en ongedwongen, omdat de boog niet altijd gespannen kan zijn en zo…
Klinkt het klef genoeg om uw immer kritische geest alert te houden en mij neer te sabelen omwille van verregaand paternalisme? Dan kunnen we nu beginnen.
Het hoeft allicht verder geen betoog dat ik de meeste taarten zelf meebracht en dat mijn kinderen prominent op de verder troosteloze muur prijkten, samen met wat scheurkalendermiserie van jaren her en de traditionele belegen cartoons over ‘ you don’t have to be crazy to work here, but it helps’ of “if assholes could fly, our office would be an airport”…. Het initiatief is als een slechtgebakken souflé ingezakt…
Dat zet aan tot denken. Als werkgever wil je je mensen een warm, aangenaam kader geven. We zijn daar niet onfeilbaar in, het is een pad van trial-and-error. Maar de intentie, de bedoeling is steeds weer om een omgeving te scheppen waarin naast professionele excellentie ook een zekere vorm van collegialiteit, vriendschap zelfs kan ontstaan.
Niemand heeft een patent op de oplossing, maar ik wil een lans breken voor feedback, eerder dan voor de apathie. Hoe moeilijk is het om te zeggen dat je niet wil gaan dauwtrappen, en dat je niet gelooft in de wezenlijke bijdrage van het eten van sprinkhanen tot de bedrijfsresultaten. Fijn, dan weten we dat ook weer. Maar zeg het tenminste. Het is te gemakkelijk om achter de rug van de manager meesmuilend te lachen met genomen initiatieven en die te laten doodbloeden.
Kom zelf eens met ideeën op de proppen (liefst niet altijd gesitueerd in de Bahama’s, het mag ook al eens iets kleins zijn). We zullen luisteren, we zijn er immers bij gebaat. Weet dat we alles verkiezen boven apathie en leedvermaak.
Meer en meer heb ik immers het gevoel dat we enkel goed zijn om de maandelijkse betalingen te verrichten voor werknemers. Werknemers die het bedrijf waar wij dan toch wel trots op zijn, eerder zien als een middel om hun andere aspiraties te bereiken, en bijgevolg ook hun commitment op een basis niveau houden. Dat doet pijn en is tegelijkertijd begrijpelijk.
Het is begrijpelijk vanuit een perspectief work-life balance, maar ook daar wens ik kanttekeningen bij te plaatsen. Als je er niet in slaagt je professionele aspiraties een plaats te geven in je ‘life’, ben je dan niet helemaal verkeerd bezig? Zou het niet zo moeten zijn dat je fluitend je dagtaken aanvat, gewoon omdat je dat graag doet, of omdat je daar talent voor hebt? En leidt dat dan niet automatisch tot betrokkenheid? Een betrokkenheid die groter is dan het bloedeloos uitvoeren van een aantal taken?
Het doet mij anderzijds pijn, omdat ik opgegroeid ben in bedrijven waar het gevoel van samen ‘aan een doel’ te werken quasi automatisch kwam. Ik zie dat minder de laatste tijd, en ik vang het ook op bij collega’s. Het is overigens ook in tendensen te duiden, creatieve beroepen die zich alsmaar meer als freelancers op de markt smijten, en hun éénmans-toko’s laten gedijen vanuit hun belangen, zonder loyauteit naar opdrachtgevers of bedrijven.
Een groep bereikt altijd makkelijker en betere resultaten dan een individu, zeker omdat een groep vaak bestaat uit dromers, initiatiefnemers en uitvoerders die mekaar aanvullen om zaken te realiseren. Complementaire groepen overstijgen het individuele “by far”. Over het gouden business idee spreek ik me een andere keer uit, dat kan je allicht best zelf eerst uitwerken, maar voor nu zou ik willen besluiten met een warm pleidooi voor ‘taartendag’ in elk bedrijf. Leer elkaar kennen en appreciëren.